De heilige Isidore, bisschop van Sevilla, werd in 560 geboren in Cartagena, Spanje. Onder het strenge toezicht van zijn broer, die hem in een cel opsloot om te voorkomen dat hij afdwaalde, werd hij de meest geleerde persoon van zijn tijd. Isidore werd rond het jaar 600 tot bisschop van Sevilla benoemd en hielp bij de bekering van de Visigoten van het arianisme. Hij was ook voorzitter van het Vierde Concilie van Toledo in 633, dat de standaardisatie van de liturgische praktijk en de oprichting van kathedraal scholen verordonneerde. Dankzij hem werd Spanje een centrum van cultuur toen de rest van Europa in barbarij verviel.

Isidore was ook een groot schrijver. De belangrijkste van zijn werken waren de etymologieën, een vroege encyclopedie die alle wetenschappen probeerde te verzamelen. Het was een favoriet leerboek voor studenten tijdens de Middeleeuwen en het bleef eeuwenlang een standaard naslagwerk. Zijn Drie Zinnenboeken was het eerste kerkelijke handboek voor de christelijke leer en ethiek.

Tot het einde van zijn leven bleef Isidore boetedoening en soberheid beoefenen. Tijdens de laatste zes maanden verhoogde hij zijn liefdadigheid zodanig dat zijn huis van 's morgens vroeg tot 's avonds laat werd belegerd door de armen. In 636, na het ontvangen van de laatste sacramenten, vergaf hij zijn schuldenaren, verdeelde de rest van zijn bezittingen onder de armen en stierf vredig in de Heer.